Bureau voor Aarde Educatie, Visie-ontwikkeling & Methodiekscholing

Praktijk Mens&Natuur

Biografie

Pad van Aarde Educatie, een reis die nooit ophoudt...

Onderstaande tekst komt uit het boek Spiegelingen Mens & Natuur, pad van AARDE educatie, pag 20 tm 27.
Illustraties Marleen van Engelen.

(Over) leven in de natuur

Als kind al voelde ik me altijd erg thuis in de natuur. Hoewel ik ben opgegroeid in de stad, speelde ik veel buiten met de kinderen uit mijn straat, verstoppertje in de steegjes, autopettend het blokje rond langs de bakker, de drogist, de melkboer. Op praktisch iedere hoek zat nog een winkeltje. Aan de overkant de groenteboer, iets verderop een kruidenier en ook de school was vlakbij. Bijna alle buren uit de straat kende ik van naam en toenaam. Wat was de wereld nog overzichtelijk. In de weekenden gingen we écht naar buiten. 's Zomers met de boot en 's winters met de auto naar het bos. Ik had geen zondagse kleren, zoals de meeste van mijn vriendinnetjes wel een keurige jurk en nette lakschoentjes hadden om naar de kerk te kunnen. De natuur was onze kerk. Dat was de plek waar vooral mijn vader weer op adem kwam. Waar hij zijn stress van een hele week hard werken kwijt kon raken en op de mondharmonica zijn muziek kon spelen. Genietend van het contact met de elementen, het water, de wind, de golven, het riet en de weidevogels.

Het vroege voorjaar was daarin heel speciaal. Dan ging mijn vader vaak met zijn broer, mijn oom, kievitseieren zoeken. Soms mocht ik mee. Voor mij was dat een indrukwekkende belevenis. Ik was een jaar of vijf - zes, akker voor akker de weilanden afstruinend op zoek naar nesten en eieren. Eén keer herinner ik me nog erg goed. Mijn oom kon me nog net tegenhouden, anders was ik op een 'broedtsje' gestapt, een nest met vier kievitseieren! Ik heb die wereld van de natuur, de weilanden, het water, de bomen en de bossen in die tijd als gewoon en weldadig opgeslorpt en geabsorbeerd. Het heeft absoluut de basis gelegd voor mijn liefde voor de natuur.

Toen ik op de middelbare school zat werd mijn verlanger daar iets mee te doen steeds sterker. Ik werd lid van de Jeugdbond van Natuurstudie in Sneek. Samen met een vriendinnetje ben ik daar heen getogen en niet meer weggegaan. Geweldig, dit was helemaal mijn wereld. Iedere zaterdagmiddag, weer of geen weer, gingen we met een groepje jongeren het veld in. Doorgaans zaten we achter de vogels aan. 's Zomers werden er ook wel eens plantenexcursies georganiseerd en in de herfst natuurlijk paddestoelen bestudeerd. Wat een ervaringen heb ik hier opgedaan. Vooral tijdens de ganzenkampjes en de watervogelexcursies in de wintermaanden bloeide ik helemaal op. Lekker in weer en wind bij storm en regen naar de Afsluitdijk, op zoek naar dwaalgasten op Kornwerderzand. Of door het lage midden van Friesland achter de kleine rietganzen en ander waterwild aan.

Al spelend en genietend leerde ik de weidse natuur rondom Sneek meer en meer kennen.

Het was ook overlevingsdrang die me bij die jeugdbond hield. Temidden van een groep leeftijdsgenoten, 15-16-17 jaar, voelde ik me helemaal thuis. Ik kon me uit leven, me helemaal geven en hoefde niets achter te houden van mezelf.

Op school daarentegen voelde ik me opgesloten, klem gezet, klein en onnozel. Hoewel ik geen enkele moeite had met de lesstof, kon ik me daar nooit helemaal vrij bewegen. Ik wist me geen raad met al die rondvliegende puberemoties, die door het schoolgebouw en op de schoolfeestjes rondspookten. Slechts een enkele keer kon ik die vrijheid van het buitenleven verbinden met mijn leven op de middelbare school. Meest indrukwekkend was de opdracht voor Nederlands om een opstel te schrijven onder de titel; "Wees zuinig op onze aarde, we hebben er maar een". Die titel was helemaal op mijn lijf geschreven. Enkele weken later mocht ik voor Maatschappijleer datzelfde opstel nog eens inleveren. Ik kreeg een tien. Mooier compliment heb ik op school nooit gevoeld. En als ik die tekst nu teruglees, beschreef ik toen al de essentie van mijn betrokkenheid bij de natuur, het milieu en onze zorg voor de aarde.

Later ben ik biologie gaan studeren. In alle drang om te weten en de wetten te begrijpen heb ik daar mijn onstuimige betrokkenheid en liefde voor de natuur verloren. Tot mijn eigen grote verdriet was ik niet in staat om mijn eigenwijsheid daar overeind te houden. Ik had me teruggetrokken in een klein deel van mijn eigen leefsysteem: mijn hoofd. Waar ik steeds meer mijn best ging doen om tegemoet te komen aan alle wensen van hoogleraren en andere wetenschappers, om met goed gevolg en liefst zo snel mogelijk mijn studie af te ronden. Gelukkig kon ik in de weekenden terug naar huis, naar Sneek, mijn vriendje en de 'natuurclub'. Kon ik me zaterdags weer even helemaal opladen en uitleven in de natuur. Nu ik terugkijk zie ik dat ik best veel plezier heb beleefd aan al die wetenschappelijke kennis die me werd aangereikt in die tijd. Maar op de een of andere manier heb ik er in mijn beleving een grauwsluier van ontevredenheid over heen gegooid. Teleurgesteld in mijn eigen vermogen om sturing te geven aan mijn leven en leren, zodanig dat het precies goed voor mij was.

Ik kon geen richting geven aan de hunkering naar contact met mezelf, met de wereld en de mensen om me heen,
die ik in de natuur wel kon vinden…

Direkt na mijn studietijd heb ik tot mijn groot geluk drie en halve maand rondgelopen op Rottumeroog. Ik werd er vogelwachter in dienst van Staatsbosbeheer. Achteraf gezien was dat een soort herstelperiode waarin ik de gelegenheid kreeg even op adem te komen en afstand te nemen van al dat kopwerk. Het bood me de fantastische ruimte om dag en nacht, alle dagen van de week, geheel vrij en onbelemmerd buiten in die overweldigende ontzagwekkende natuur rond te banjeren. Hele dagen liep ik daar zingend over het kleine eiland met haar immense zandplaten en waddengeulen. Vogels tellen, plantjes inventariseren en vooral genieten van vrijheid, buiten zijn en mezelf zijn in de natuur. Dat was in 1980 en het zou nog bijna tien jaar duren voor ik mijn eigen spoor in de relatie met de natuur weer had teruggevonden.

Terug naar de natuur en mijn eigen natuur

De grote ommekeer in mijn manier van werken heeft in een aantal stappen plaatsgevonden. In dat hele proces is mijn persoonlijke groei en ontwikkeling leidraad geweest. Allereerst ben ik tot tweemaal toe overspannen geworden. De wijze waarop ik mijn functie als cursusleidster/coördinator natuur en milieu educatie invulde, was voor mij niet goed. Ik werd er letterlijk ziek van. Ik kon de werkdruk en de omstandigheden waaronder ik functioneerde niet langer aan en werd er door mijn lijf en mentale systeem uitgezet. Ze wilden gewoon niet meer mee doen. Ik raakte in de war. Ik was veel te ijverig en te idealistisch en raakte daardoor veel te ver verwijderd van mijn eigen kennen en kunnen.

Die periodes van overspannenheid hebben me tijd van afstand nemen en bezinning gegeven. Ik heb die maanden gebruikt om weer dichter bij mezelf en mijn eigen positieven te komen, gewoon door niets te doen. Ik zat uit het raam te staren, luisterde naar muziek en las af en toe een boekje. Ik ging in therapie bij een gestalttherapeute en koos later voor psychosynthesetherapie. Dat maakte dat ik ging onderzoeken wat mijn aandeel was in deze hele situatie. Ik ging zien wat werkzaam voor mij was en wat niet. Ik leerde keuzes te maken die dicht bij mijzelf en mijn eigen leven en kwaliteiten kwamen te liggen.

In dat hele proces was de natuur de stille getuige op de achtergrond. Urenlange wandelingen hielpen om helderheid te krijgen over mijn situatie. Lekker buiten in beweging zijn om nieuwe energie op te doen.

Philip Carr Gomm heeft eens gezegd; 'Er is geen betere therapeut dan het bos bij je om de hoek'. Philip Carr Gomm is een Engelsman, die in zijn jongensjaren werd opgeleid om later de leiding van de Druïdenbeweging OBOD, the Order of Bards, Ovates and Druids op zich te nemen. Onder zijn bezieling zijn er eind jaren tachtig schriftelijke cursussen voor Druïden uitgezet, waar ik al heel snel mee in aanraking kwam. Het bleek voor mij de opening, letterlijk de weg uit mijn eigen verstrikkingen en beperktheden, terug naar de buitenwereld. De weg van het leggen van de verbinding van mijn eigen binnenwereld met de buitenwereld in de maatschappij. Ik leerde er van binnenuit te luisteren naar de natuur, mijn intuïtieve kennis van de wereld om me heen te vertrouwen en daar op te bouwen. Ik kreeg inzicht in de wereld achter de uiterlijke verschijningsvormen van de natuur, de aarde en de wereld om ons heen. Ik zag mijn eigen plek in die maatschappij en voelde me enorm gesterkt in mijn ontdekkingen. Ik kreeg een taal en een werkwijze beschikbaar waarmee ik ook andere mensen kon meenemen op de reis naar de binnenkant van de buitenwereld, de binnenkant ook van de milieuproblemen in de wereld.

De vijfweekse cursus 'Deep Ecology' op het Schumacher College in Devon, Engeland was een volgende belangrijke stap. Tijdens die vijf weken werd ik nog meer bevestigd in mijn eigen weg in de relatie met de natuur. Arne Naess, een Noorse filosoof, die in die weken zijn 80ste verjaardag vierde, bracht mij de eerste dagen van zijn colleges voortdurend aan het huilen. Tranen van herkenning en ontroering. Dat ik eindelijk begrepen werd, dat er meer mensen op eenzelfde manier met de wereld bezig waren, en dat hij daarin zelfs filosofisch hoogleraar was op de universiteit van Oslo. Ik voelde me groeien. Wat vooral steviger werd was mijn vermogen om mijn intuïtie serieus te nemen. De ingevingen en de kennis die er van binnenuit bij mij naar boven en naar buiten kwamen mochten er zijn. Ze hielpen me in het ontwikkelen van wie ik ben en wil zijn in deze wereld.

De 'Deep Ecology' raakte me vooral in het weten dat er een ecologie bestaat waar de mens en haar diepere zielenroerselen een wezenlijke bijdrage leveren aan het reilen en zeilen van de gebeurtenissen in de natuur.

Vanuit de biologiestudie had ik begrepen dat de ecologie een studie was van zaken buiten jezelf. De mens kon hooguit een zo objectief mogelijk meetinstrument zijn, en diende buiten het verhaal te blijven. Ineens was daar die bejaarde professor die mij mee nam in het verhaal van madeliefjes en de wisselwerking tussen mens, plant en dier. Terugkijkend weet in niet wat Arne naess daar nu met zoveel woorden over gezegd heeft. Maar achter de wereld van zijn woorden heb ik een werkelijkheid bespeurd, die mij verder hielp in mijn eigen ontwikkeling.

Dus toen ik na die tijd terugkwam in Nederland was het voor mij helder; dit was mijn roeping, hier had ik werk te verrichten. Ik kon dit niet langer ontkennen, en ik had zo langzamerhand voldoende gereedschap ontwikkeld om er mee aan het werk te gaan. Tijd om mijn idealen van Aarde School in de wereld te zetten. Aarde School als een metafoor om mensen mee te nemen in het avontuur dat leven heet. Om de wisselwerking te ervaren met de natuur, de aarde en onze eigen aard in de wereld om ons heen. En daarbij nadrukkelijk de dialoog met ons innerlijk, met datgene wat ons van binnenuit bezighoudt, mee te nemen in het contact met de verschijnselen om ons heen.

Ik zocht en vond contact met soortgenoten in Nederland. Werd af en toe uitgenodigd mijn verhaal te houden, mijn werkwijze te demonstreren en ontmoette daardoor steeds meer mensen die ook op zoek waren naar nieuwe verhoudingen in de relatie mens & natuur. Ik ging weekenden organiseren over 'Deep Ecology' en startte enkele wekelijkse Aarde School klasjes. Er kwam een Netwerk Aarde, Milieu & Spiritualiteit in het leven van alle contacten die ik inmiddels had opgebouwd. Dit netwerk is een veilige en vertrouwde experimenteerruimte voor mezelf en anderen We bevestigen elkaar in onze zoektocht en eigen wijsheid daarin. Ieder kan haar eigen vorm vinden, om uitdrukking te geven de relaties die ze ervaart in het contact met de natuur, de aarde, de mensen en de maatschappij. Zodat op een natuurlijke wijze onze eigen natuur, onze eigen aard zijn plek kan vinden in deze wereld. En we van daaruit onze bijdrage kunnen leveren aan de wereld om ons heen.

Dit is mijn pad van Aarde Educatie.

Educare gaat over naar buiten leiden, onze eigen wijsheid naar buiten brengen, e-ducere….

Aarde educatie gaat dan over het raken van mensen in hun eigen aard en natuur,
zodanig dat zij hun hart (leren) openen om hun eigen aardigheden naar buiten te brengen.

Oefening:
Een mindmap van jouw relaties met de natuur Ga er een half uurtje voor zitten en neem pen en papier binnen handbereik. Maak een lijst met momenten waarvan jij je herinnert dat je in contact was met de natuur. Gebruik hiervoor de techniek van de mindmap. Vanuit het midden van je papier noteer je lukraak de momenten die bij je boven komen. Laat alle herinneringen uitwaaieren terwijl je toch de nodige verbindingen kunt aanbrengen tussen je eigen levenslijnen in de relatie met de natuur.